maandag 28 maart 2011

Hart verloren in Egypte

‘Op advies van de ambassade zijn we naar Nederland gevlogen, maar zodra het kan, willen we terug naar Egypte en snel weer aan de slag!’ Ze bestaan nog steeds: mensen die het comfortabele Nederland verruilen voor een ontwikkelingsland om daar met hun voeten in de klei – of bijvoorbeeld in Egyptisch zand – te werken aan een betere wereld. Marja en Margreet zijn van die mensen. Al vijf jaar zijn ze actief in een project van Dorcas in Egypte waarin mensen met een verstandelijke beperking dagopvang krijgen en op hun eigen niveau een vak leren. Nu het vanwege de politieke onrust daar verstandiger was het land tijdelijk te verlaten, had ik de kans om me te laten inspireren door hun verhaal.

Als er één ding duidelijk wordt als je met hen praat, dan is het dat Marja en Margreet borrelen van enthousiasme voor hun werk. In de afgelopen jaren heeft Dorcas in samenwerking met plaatselijke kerken al 23 lokale opvangcentra opgezet. En met dankbaarheid zien Marja en Margreet steeds opnieuw de resultaten. Niet alleen in de 200 kinderen en jongeren die een totaal nieuw gevoel van eigenwaarde ontwikkelen, maar ook in hun familie en buren die met stomme verbazing tot de ontdekking komen dat zij veel meer kunnen dan iedereen had verwacht.

Het percentage gehandicapten ligt erg hoog in Egypte, onder meer als gevolg van inteelt en slechte omstandigheden tijdens zwangerschap en bevalling. Hulp voor deze mensen is zeldzaam – opvang waar ze vaardigheden leren en aan het werk gaan, kent men eigenlijk helemaal niet. Uit schaamte worden kinderen met een beperking of met gedragsproblemen vaak door hun familieleden weggestopt. Investeren in een opleiding is er zeker niet bij, want dat lijkt verspilde moeite. De verandering die het project in de kinderen teweegbrengt gaat dan ook niet onopgemerkt aan de buurt voorbij. Marja en Margreet hebben meer dan eens mogen zien hoe het stigma afbrokkelt en het opvangcentrum zelfs de trots van een dorp wordt!

Als het binnen hun mogelijkheden ligt, leren de jongeren handvaardigheden zoals houtbewerking, naaien en weven. De houten puzzels, spelletjes, kaarsen, tassen en kussenslopen die ze maken, worden verkocht. Een deel van de deelnemers blijft in het opvangcentrum werken, anderen vinden zelfs een baantje bij een timmerman of in een klooster. Dit is voor de buitenwereld toch wel de ultieme kroon op het project: wie had ooit gedacht dat deze zoon financieel zou kunnen bijdragen aan de familie, dat deze dochter met haar huishoudelijke vaardigheden toch nog aan de man zou kunnen worden geholpen!

Marja en Margreet kunnen niet wachten tot hun vliegtuig naar Egypte weer vertrekt. Ze hebben hun hart verloren aan het werk. En wie met hun passie geconfronteerd wordt, verliest al snel zijn hart aan hén.

(Dit artikel is gepubliceerd in het Christelijk Weekblad van 25 maart 2011)